In het centrum van Haarlem aan de Grote Markt ligt de Grote of St.-Bavokerk, een van de grootste kerken in Nederland. Deze kerk is geen museum, maar een kerk waarin vanaf half mei tot half oktober nog steeds diensten worden gehouden. Een prachtig gebouw waar tevens gewone dwergvleermuizen hun massa-winterverblijfplaats van hebben gemaakt.

Dit gaf verschillende problemen. Jaarlijks werden vele tientallen tot enkele honderden verzwakte of dode vleermuizen aangetroffen in de Haarlemse St. Bavokerk, met een piek in de nazomer. De aanwezigheid van vleermuizen (en dan vooral hun uitwerpselen) veroorzaakte schade aan monumentale objecten zoals het Müller-orgel. Bovendien zijn vleermuisuitwerpselen en dode vleermuizen in de kerk onwenselijk vanuit hygiënische overwegingen. De grote sterfte onder vleermuizen in de kerk ongunstig voor de staat van instandhouding van deze onder de Habitatrichtlijn zwaar beschermde soorten.

Om tot een oplossing te komen diende goed onderzocht te worden wanneer en hoe de St.-Bavokerk gebruikt werd door vleermuizen. Met zowel vleermuisdetectors als warmtebeeldcamera’s en een team van mensen is door Bureau Endemica in 2020 dit onderzoek verricht. De wens van het kerkbestuur en Gemeente Haarlem was om de kerk wel functioneel te laten blijven voor de vleermuizen maar op zo’n manier dat mens, monument en dier geen last (hygiëne, aantasting, sterfte) zouden ervaren. Als oplossing heeft Bureau Endemica andere kerkruimten (zolders) toegankelijk gemaakt door nieuwe invliegmogelijkheden te creëren. Daarnaast zijn 8 grote  verblijfskasten gerealiseerd samen met de vrijwilligers van De Vrienden van de Grote Kerk. Op de afbeelding is een medewerker van Bureau Endemica aan het werk in de St. Bavokerk met de kasten.

De oorspronkelijke toegangen voor de vleermuizen zijn gesloten met als gevolg dat het er nauwelijks nog sterfte van vleermuizen in de kerk optreedt. De vleermuizen kunnen niet meer verdwalen en vast komen te zitten in het schip van de kerk. Dit is gunstig voor de soort  die nu de toegang naar de andere kerkzolders vindt alwaar ze makkelijker in- en uit kunnen vliegen. Ze kunnen de speciale kasten als winterslaapplaats op de zolder gebruiken. Vervolgens kon begonnen worden met de restauratie van het Müller-orgel om deze in zijn volle glorie te herstellen.