Het gouden randje van ons werk zit hem in de dagen dat wij buiten in de natuur met onze kennis aan de slag mogen; met name als dit in mooie, uitgestrekte natuurgebieden is. Omdat wij regelmatig SNL-monitoring uitvoeren, gebeurt dit ook. Zo mochten wij ook afgelopen voorjaar en zomer, in opdracht van Natuurmonumenten, een SNL-monitoringsproject in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland uitvoeren. SNL-monitoring is bedoeld om eens in de zes jaar de verspreiding van soorten in natuurgebieden in kaart te brengen, ter verantwoording van verkregen subsidies voor natuurbeheer. Zo hebben we verschillende beheertypen (open duin, vochtig hooiland, kruiden- en faunarijk grasland en vochtige duinvallei) van Natuurmomenten in het Nationaal Park af gelopen en de aanwezigheid van de SNL-doelsoorten van de soortgroepen dagvlinders en sprinkhanen in kaart gebracht. Aan de hand hiervan kan de kwaliteit van het gebied vastgesteld worden. De in 2021 uitgevoerde monitoring is echter de eerste keer dat dit uitgevoerd is voor de gebieden in eigendom van Natuurmonumenten in Zuid-Kennemerland.
Omdat bij de monitoring voldaan moet worden aan een aantal randvoorwaarden, zoals minimale temperaturen van 17⁰C en een maximale bewolking van 50%, mochten we enkel op pad wanneer het prachtig weer was. Ideale omstandigheden om veldwerk te mogen uitvoeren! Het onderzochte gebied was zo’n 3700 hectare groot en is geheel te voet doorkruist. Vanwege van de grootte van dit gebied, was dat een hele klus. Wel heeft het behalve mooie resultaten, ook prachtige plaatjes opgeleverd (zie foto). Zo bracht het ons vaak buiten de gebaande paden, naar unieke plekken in het gebied.
In totaal zijn er meer dan 9000 waarnemingen gedaan van dagvlinders, sprinkhanen en libellen. De meest algemene waargenomen soorten binnen het Nationale Park Zuid-Kennemerland zijn het bruin zandoogje, hooibeestje, blauwvleugelsprinkhaan, duinsabelsprinkhaan en de bruinrode heidelibel. Ook het knopsprietje is veelvuldig aangetroffen. Schaars aangetroffen duinsoorten, die waarschijnlijk sterk in aantal afnemen, zijn aardbeivlinder, duinparelmoervlinder, zwartsprietdikkopje, heivlinder en bruine eikenpage. Diverse warmte minnende (zuidelijke) soorten nemen toe: keizersmantel, zuidelijk spitskopje, sikkelsprinkhaan en zuidelijke keizerlibel. Het jaar 2021, lijkt een goed jaar te zijn geweest voor de zwervende pantserjuffer. De kleine vuurvlinder, groot dikkopje, argusvlinder, koevinkje, eikenpage en kleine parelmoervlinder lijken het nog redelijk te doen. Echter het aantal kleine parelmoervlinders is waarschijnlijk toch beduidend lager dan enkele decennia terug. Tijdens onze bezoeken hebben we behalve op dagvlinders en libellen, tevens op de aanwezige libellen gelet. De steenrode heidelibel neemt sterk af terwijl de bruinrode heidelibel massaal aanwezig is. Meer algemene vlindersoorten zoals kleine vos, distelvlinder, landkaartje en gehakkelde aurelia werden bijzonder weinig waargenomen. Het zijn dan ook niet echte duinsoorten.
Ieder SNL-terrein moet in ieder geval eens per zes jaar gemonitord worden. We zijn nu al benieuwd naar de resultaten bij de volgende SNL-katering.