In 2017 t/m 2020 is door ons een inventarisatieonderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van muizen in het Noordhollands Duinreservaat. De opdrachtgever tijdens dit project was PWN, wat een drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder in één is. Zo heeft het PWN in opdracht van provincie Noord-Holland maar liefst 7500 hectare natuur in beheer in de Nederlandse duingebieden. Een prachtige organisatie die momenteel meerdere projecten in de duinen heeft lopen. Dit project was voor ons bedrijf een unieke kans om in dit fantastische en diverse gebied opzoek te gaan naar de Waterspitsmuis (Neomys fodiens) en Noordse woelmuis (Alexandromys oeconomus arenicola).
Het PWN heeft aan de hand van het Natura 2000-beheerplan Noordhollands Duinreservaat 2018-2024 een aantal doelstellingen opgesteld en wilt deze graag bewerkstelligen. Het oppervlakte aan duindoorn- en kruipwilgstruweel moet verminderd worden en het oppervlakte aan grijze- en witte duinen moet toenemen. Dit kan bereikt worden door beheermaatregelen zoals plaggen en rooien van struweel in te zetten. Hierna kan het konijn opnieuw ingezet worden om verstruweling en vergrassing tegen te gaan door het wegvreten van kiemplanten van struweel en jonge grasvegetatie. Het konijn als natuurlijke beheerder van het duingebied is op dit moment onrealistisch vanwege de negatieve populatietrend veroorzaakt door virusuitbraken. Om te bepalen of op te plaggen en rooien terreindelen geen beschermde soorten aanwezig zijn is het dus ook zinvol om te weten of de Waterspitsmuis of Noordse woelmuis aanwezig zijn. Hier komen wij in beeld en hebben dit met veel plezier uitgezocht.
Het hoofddoel van het gehele onderzoek (2016-2019) is het vast te stellen of de Waterspitsmuis en Noordse woelmuis voorkomen in het Noord-Hollands Duinreservaat. Met name bij duinmeren en duinplassen. Het onderzoek is op de volgende manier uitgevoerd. Het inventariseren van kleine zoogdieren met vallen wordt vooral verricht met zogenaamde lifetraps of inloopvallen; dit zijn vallen waarin kleine zoogdieren levend gevangen worden en na onderzoek, weer vrijgelaten worden. In elke val is hooi en eten neergelegd zodat de muizen warm en aangenaam konden verblijven in dit tijdelijke ‘hotel’. Op het menu voor de muizen die moesten verblijven in ons tijdelijk verblijf was keus uit de volgende twee gerechten, meelwormen en pindakaas met muesli.
In totaal zijn er twintig vallen, gedurende zes rondes op vangsten gecontroleerd, ofwel 600 vangmomenten. In totaal zijn 174 vangsten gedaan die vijf verschillende muizensoorten hebben opgeleverd. We hebben de bosspitsmuis, bosmuis, dwergmuis, veldmuis en rosse woelmuis mogen waarnemen. De doelsoort, de Waterspitsmuis (die in de afbeelding hieronder is te zien) en de Noordse Woelmuis is helaas niet gevangen. Van de 174 muizenvangsten betrof 2% spitsmuizen, 47% woelmuizen en 51% ware muizen.