Bureau Endemica volgt met grote belangstelling de ontwikkelingen rond het gebruik van eDNA als methode om soorten te identificeren. Deze techniek hebben wij onder andere toegepast om te onderzoeken of de Noordse woelmuis voorkomt op twee onderzochte percelen in een Noord-Hollands veenweidegebied, met een positief resultaat! Het erkennen van deze techniek in de Omgevingsregeling kan daarom een waardevolle stap zijn in het vergemakkelijken en versnellen van ecologisch onderzoek. Toch zien wij bij de huidige invulling van de regeling significante risico’s die nadelig kunnen uitpakken voor gebouwbewonende soorten zoals vleermuizen, Gierzwaluwen en Huismussen.

De voorgestelde maatregel is namelijk gebaseerd op een beperkte steekproef die slechts een deel van de vleermuissoorten omvat. Dit resulteert in een onvolledige bescherming en kan leiden tot een versmalling van de wettelijke beschermingsgrondslag. Bovendien worden vogels, zoals Gierzwaluwen en Huismussen, volledig buiten beschouwing gelaten, terwijl ook zij essentieel zijn voor biodiversiteit in de stedelijke omgeving.

Alhoewel je met eDNA kan vaststellen of vleermuizen aanwezig zijn (geweest) in een gebied, biedt deze techniek geen inzicht in de functie van de verblijfplaats, zoals voortplantings- of overwinteringslocaties. Dit onderscheid is cruciaal voor effectieve bescherming, omdat het niet alleen gaat om huidige aanwezigheid, maar ook om de rol van een verblijfplaats binnen het bredere netwerk van geschikte locaties.

eDNA kan een nuttig hulpmiddel zijn, maar aanvullend ecologisch veldonderzoek blijft onmisbaar. Specifieke expertise is nodig om op woning-, wijk- of gebiedsniveau te beoordelen welke locaties geschikt zijn voor gebouwbewonende soorten. Dit vraagt om ervaren ecologen met bouwkundig inzicht die verder kijken dan wat eDNA alleen kan bieden.

Tot slot zien wij risico’s voor de meer gebiedsgerichte aanpakken, zoals Soorten Managementplan (SMP). Deze methoden, die gebaseerd zijn op uitgebreide ecologische kennis en breed gedragen worden door Omgevingsdiensten en onderzoeksinstellingen, vormen een solide basis voor natuurinclusieve renovatie- en isolatieprojecten. Zonder deze integrale benadering kan het netwerk van verblijfplaatsen verder versplinteren, met negatieve gevolgen voor de betrokken soorten.

Bij Bureau Endemica pleiten wij voor een proactieve en duurzame aanpak die het volledige leefgebied van gebouwbewonende soorten als uitgangspunt neemt. Innovaties zoals eDNA zijn welkom, maar alleen wanneer ze zorgvuldig worden geïmplementeerd en ondersteund worden door robuust onderzoek en aanvullend ecologisch veldwerk.