Door de uitstel van de nieuwe Omgevingswet (de ingang staat momenteel gepland voor 1 januari 2024) hebben wij in ieder geval de tijd om ons goed in te lezen. Wat gaat er voor ons ecologen allemaal veranderen wanneer de Wet Natuurbescherming vervalt en deze nieuwe wet in werking treedt?

Één van de aandachtspunten zijn de Rode-lijstsoorten. Een rode lijst is een overzicht van soorten die uit Nederland zijn verdwenen of die bedreigd zijn en daarom dreigen te verdwijnen. Voor 18 soortgroepen bestaat er zo’n rode lijst. Ze zijn samengesteld aan de hand van twee criteria; trend en zeldzaamheid. De lijsten worden opgesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en worden telkens geactualiseerd. Een recente aanpassing was voor de lijst van zoogdieren, waarbij in 2020 o.a. de Europese haas en het Europees konijn toegevoegd werden.

Het Rijk en de provincies hebben afgesproken dat de Vogelrichtlijnen de Habitatrichtlijn (Europese wetgeving), internationale biodiversiteitsdoelen én rode lijsten (nationaal) leidend zijn voor de inspanningen van de provincies (Natuurpact). Daarnaast vereist de Omgevingswet van provincies dat zij de nodige maatregelen nemen voor het behoud en herstel van soorten op de Rode Lijsten.

Ook hoort er bij de Omgevingswet een rijksvisie op de leefomgeving: de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). De Rode lijsten moeten volgens de wet onderdeel uitmaken van deze natuurvisie. De landelijke en provinciale omgevingsvisies moeten klaar zijn bij inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Nu herkent een ervaren ecoloog de voor Nederland inheemse zoogdieren, vogels en herpeten wel. Maar hoe zit het met het Hamsteroortje of Zeedambordje? Dit zijn slechts twee van de 311 soorten korstmossen die op de rode lijst korstmossen staan. Ook schietmotten (kokerjuffers), haften en platwormen zijn voor de meesten redelijk onbekende soortgroepen, en ook is de hoeveelheid informatie over deze dieren gering. Dit maakt ze moeilijk te vinden én te herkennen in het veld.

Aan ons ecologen rest daarom de taak duidelijk te krijgen welke Rode lijst-soorten mogelijk voorkomen binnen ons werkgebied (regio Noord-Holland), en om deze vervolgens te kunnen herkennen. Zo kunnen we ook deze bedreigde soorten meenemen in onze ecologische quickscans. Want alleen als je de (mogelijke) aanwezigheid van een soort kan vaststellen, kan je daarop actief handelen en individuen en hun omgeving zo goed mogelijk beschermen. Wij hebben de komende wintermaanden dus nog genoeg onderzoek te doen voordat het veldseizoen weer begint.